04-04 tm 19 - steensek (nico van ) 0 Kain en

  Naam:

 Kaïn en Abel

   Auteur:

 Nico van Steensel

   Datum:

 ?

   Tekst:

 Genesis 4 : 1 t/m 19:

   Er staat boven: "Kaïn en Abel!"

God had Adam en Eva geschapen en hun de hof van Eden gegeven om in te wonen. Ze waren het hoofd van de hele schepping. Ze zagen de wijsheid van God en loofden God erom. Ze hadden hun schepper lief. Maar de mens luisterde naar de duivel, de moordenaar van den beginne.

God is rechtvaardig en straft de zonde; daarom werden Adam en Eva uit het paradijs verdreven. De aarde werd vervloekt om hunnentwil. Door pijnlijke arbeid heen zou Adam voortaan hebben te zwoegen voor zijn eten. In smart zou Eva kinderen baren. Een engel van God, met een zwaard van vuur in de hand, werd in de poort van de hof geplaatst om te voorkomen dat de mens zo terugkeren om te eten van de boom des levens. De mens was werkelijk God kwijtgeraakt!

Eva baarde haar eerste zoon. Ze noemde hem Kaïn. Die naam drukte blijdschap uit. Ze hoopte dat hij het beloofde zaad zou zijn, de man ie hen van de dood zou verlossen. Maar nee, in plaats van leven te brengen, zou Kaïn alleen de dood brengen. Een tweede zoon wordt geboren; Abel is zijn naam.

De jongens groeiden op en Kaïn werd boer, die gewassen plantte en verbouwde. Abel werd schaapherder. God zegende hun werk en na enige tijd kregen de schapen jongen en oogstte Kaïn zijn gewassen. Beide jongens bouwden een altaar om God te danken en offerden aan God. Hun ouders zullen hen verteld hebben dat ze dat hoorden te doen. Want God had hun werk succes gegeven. De jongens namen van de eerste oogst: de jonge dieren met hun vet en de eerste oogst van de gewassen. Ze brengen de eerstelingen tot God. Zo geven ze God de eer. Ze tonen dat ze weten dat echt alles hen door God gegeven is en eigenlijk aan God toebehoort. Het is een teken van dankbaarheid, omdat God voor hen zorgt.

Hoewel elk van de broers offerde, toch werd slechts één offer aangenomen en het andere werd verworpen. De Heere zag in gunst op Abel en zijn offer neer, maar de Heere nam Kaïn en zijn offer niet aan. Kaïn en Abel merkten dat op. (Wij weten niet hoe ze dat opmerkten.)

Kaïn is er boos over. Waarom neemt God zijn offer niet aan? Is hij niet de oudste broer? Is zijn offer minder dan dat van Abel? Hij is niet alleen boos op God, hij is ook boos op zijn broer. Het was zichtbaar aan zijn gezicht dat hij boos was.

God wist dat Kaïn boos was, - God weet alle dingen – en God waarschuwde hem. Waarom ben je boos? Waarom is je aangezicht vervallen? Indien je doet wat goed is, is er geen verhoging, aangenomen worden, voor je?

Indien Kaïn zou doen wat goed is en God vrezen zoals Abel, dan zou zijn offer ook aangenomen worden! Kaïn, verhard je hart niet! De zonde ligt aan de deur. Als een wild dier dat in haar schuilplaats ligt te loeren op prooi; zoals een kat een vogeltje benadert om hem te vangen, op die manier ligt de zonde aan onze deur, begerend ons te vangen, zodat we in verleiding vallen. Misschien hebt u al iets kwaads bedacht en plannen gemaakt, maar nog niet besloten het ook echt te doen: de zonde is aan de deur en probeert u te vangen. Doe het niet! Vecht tegen de zondige gedachten! U moet die zondige begeerte overwinnen. God is gewillig om Kaïn te helpen. God kan ook ons de kracht geven om de zonde te overwinnen. Daarom leert de Heere Jezus ons om te bidden: Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze!

Kaïn luisterde niet naar de waarschuwing van God. Hij zei tegen zijn broer Abel: Laten we uitgaan naar het veld. Toen ze in het veld waren, nam Kaïn een tak en sloeg plotseling zijn broer. Hij ging door met hem te slaan, tot zijn broer stierf. Het bloed van Abel doordrenkte de aarde. De eerste moord! Het was tevoren gepland en uitgevoerd. Kaïn had gezegd: laten we uitgaan naar het veld, zodat Adam en Eva hem niet zouden verhinderen zijn plan uit te voeren. Een mens naar Gods beeld geschapen is vermoord. Het eerste menselijk wezen heeft nu de lichamelijke dood ondergaan. Hier is het begin. Tegenwoordig is de wereld vol van moord.

Misschien zegt u: Kaïn heeft iets heel slechts gedaan! Ja, dat is waar. Maar bent u uzelf bewust dat Kaïn in uw hart woont? Alle mensen zijn van dezelfde lap gescheurd. Onze harten zijn verdorven door de zonde. Er leeft zo’n wild dier in ons hart. Wat andere mensen doen, zouden wij ook kunnen doen. Leert van wat er gebeurt in de wereld, hoe verdorven ons eigen hart is. Laten we ons vernederen voor God, onze Schepper. Laten we God om genade smeken. Want bij Hem is vergeving, vanwege het beloofde vrouwenzaad!

God wist wat Kaïn gedaan had. God spreekt opnieuw tegen Kaïn om te weten of hij berouw zal hebben. Waar is uw broeder Abel vraagt God? Maar Kaïn belijdt zijn zonde niet, zodat God hem zou kunnen vergeven, maar hij vertelt een botte leugen. Hij zegt: Ik weet het niet! Ben ik mijns broeders hoeder? Moet ik voor hem zorgen?

Kaïn laat zien dat hij God niet vreesde. Ben ik mijns broeders hoeder? Hij maakt zich niet druk om zijn broer; hij heeft alleen zichzelf lief. Laat iedereen voor zichzelf vechten, is zijn spreuk.

Nog eens: bent u uzelf bewust dat Kaïn in het hart van ons allemaal leeft? Is dit niet wat blijkt uit het leven van alle mensen: laat iedereen maar voor zichzelf vechten! Zelfs wanneer mensen aan anderen goed doen, is het vaak nog met de bedoeling, dat deze op hun beurt aan ons weer goed zullen doen! O, bid toch dat de Heere ons stenen hart zal willen wegnemen en ons een nieuw hart zal geven!

Toen Kaïn geen berouw had, maakte God Zijn straf bekend: het bloed van uw broer roept tot mij van de aarde. Nu bent u onder een vloek. De aarde die uws broers bloed gedronken heeft, zal u niet langer haar gewassen geven. Je arbeid zal van nu af aan tevergeefs zijn. Je zult geen rust meer vinden en zult een zwerver op aarde worden.

Moord is een vreselijke zonde in Gods oog. Het is het doden van een mens die naar Gods beeld is geschapen. Daarom wie een mens vermoordt, vertoornt zeer de grote God, naar wiens beeld deze mens was gemaakt! Een mens vermoorden, is zijn Maker verachten: God. Ook abortus is een menselijk leven doden. Kaïn wordt wel bang. Maar hij komt niet tot berouw. Hij zegt: mijn zonde is groter dan dat ze vergeven worde! Wie me ook maar vinden zal, zal me doden! Maar God is nog genadig voor hem. God beloofde om zijn leven te beschermen. God gaf hem een teken, een waarborg dat hij door niemand zou vermoord worden. Kaïn trouwde en kreeg kinderen, die de wereld vervulden met de zonde.

Waarom nam God Abels offer wel aan, maar wees Hij Kaïns offer af? Was zijn offer te klein? Bood hij God waardeloze vruchten aan? Nee vrienden, in die richting moeten we het niet zoeken. Het offer van Kaïn was op zich net zo goed als dat van Abel. Waarom maakte God dan verschil? Het is omdat God ons hart aanziet! We lezen in Hebreeën 11: Door het geloof heeft Abel Gode een betere offerande geofferd dan Kaïn. Dit was het enige verschil: Abel had geloof en Kaïn had geen geloof.

Mogelijk zegt u: natuurlijk had Kaïn geloof! Waarom offerde hij anders aan God? Ja, in onze ogen lijkt het dat Kaïn geloof had. Maar God klaagt over mensen die Hem naderen met hun lippen, maar hun harten houden zich verre van Hem, Jes.29:13. U ziet dat om tot God te naderen, moeten we voorzichtig zijn om dat te doen zoals God het geboden heeft en niet naar onze eigen ideeën. Wat we ook aan God offeren, indien het niet gegeven is met ons hele hart en uit liefde, dan kan het God niet behagen. Dan proberen we slechts om Gods Zegen te kopen, wat God erg vertoornt. Dan denken we: ik geef God mijn deel; laat God ook Zijn deel doen! Dan handelen we met God. Zulke mensen missen het ware geloof. Ze zoeken Gods zegen, maar ze willen hun eigen meester, hun eigen koning zijn.

Het leven van Abel was door God op zijn kop gezet. Door het geloof had hij gezien dat hij door de zonde van God gescheiden was. Hij had gezien dat alle zegeningen onverdiend waren en dat hij had verdiend om te sterven net zoals zijn ouders dat verdienden. En hij was vervuld met dankbaarheid geworden, dat Hij, terwijl Hij hem had kunnen straffen, toch zijn werk gezegend had. Hij realiseerde zich dat God hem alleen zegende vanwege het beloofde vrouwenzaad, die het hoofd van de duivel verpletteren zou en hun zonde wegnemen. Geloven betekent je eigen leven verliezen, het recht om te leven verliezen en dat voor God belijden. Maar ook leven te vinden in Gods genade in Jezus Christus, het beloofde vrouwenzaad! Zonder dit geloof is het onmogelijk Gode te behagen.

Het bloed van Abel riep om wraak, om straf, maar het bloed van Christus roept om verzoening! De onschuldige Jezus werd gestraft voor de zonde van de mens, zodat zondige mensen vergeven kunnen worden en met God verzoend worden. En u? geeft u het toe en belijdt u het: Ik heb straf verdiend? Het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt van alle zonden. Vanwege dat bloed vergadert God zondaren van alle einden der aarde tot Zichzelf. Er is kracht in Jezus’ bloed. Daardoor is God gewillig om te vergeven en de Zaligmaker van zondaren te zijn.